Meneer Ratti
(Vlag en wimpel - 1993)
Meneer Ratti woont in een duistere kelder. In die kelder staan heel wat dozen, tassen en zakken, die vol spulletjes zitten. 's Nachts gaat meneer Ratti namelijk met een kinderwagen de straat op en daarin stopt hij wat de mensen hebben weggegooid of verloren hebben en wat nog waarde heeft. Wat hij vindt noteert hij in zijn kasboek. Zo heeft hij bijvoorbeeld vierenvijftig paraplu's, zevenennegentig knuffeldieren en zevenduizend driehonderd en tweeëntwintig knikkers. Meneer Ratti heeft een keer opgeschreven wat hij nooit wil verzamelen en dat aan de muur gehangen:
Geen meubels en geen traplopers en geen gebruikte kranten,
geen tandenborstels, badpakken, schoenen en winterwanten,
geen uitgevallen haar en afgeknipte paardestaarten.
geen kaartjes voor de bus en restjes van verjaardagstaarten,
geen melktandjes, geen tandjes, dooie muizen, mussen, spinnen,
luiers en schoolrapporten komen Ratti's kelder binnen!
Iets weggeven doet hij nooit, want hij heeft een hekel aan iedereen, vooral katten, buurvrouwen, en kinderen. De paniek is dan ook groot als op een dag een kat zijn kelder binnensluipt. Die kat lukt wat geen mens is gelukt: hij steelt meneer Ratti's hart. Voor het eerst komt iets van warmte en plezier in de sombere kelder. Dat de kleine Marleen haar ogen rood huilt omdat ze haar kat kwijt is, kan meneer Ratti niets schelen. Hij vergeet daarbij alleen dat zijn hart niet meer hetzelfde is als vroeger. En zo begint er langzaam maar zeker iets te knagen...
Andere mensen vinden er dit van:
Meneer Ratti is het mooiste personage uit de kinderboeken van Mensje van Keulen geworden. Hij wordt negatief en karikaturaal beschreven ja, maar is tegelijkertijd vanaf het begin sympathiek. [...] Dat blijkt onder meer uit de komische manier waarop hij dat 'stelletje tetterbelllen' van buurvrouwen op hun nummer zet, uit de subtiele opmerking dat hij graag op straat gevonden briefjes leest omdat hij nooit post krijgt, maar ook door de rake typering van tekenaar Jan Jutte.
- Lieke van Duin in Trouw:
Er valt om de streken van meneer Ratti veel te lachen, maar huilen kan ook.
Meneer Ratti mag wat mij betreft op de plank met klassieke kinderboeken.
- Carolien Zilverberg in NRC Handelsblad