Van Aap tot Zet

(Gedichten, 1990. Met illustraties van Jan Jutte)

De zesentwintig gedichten in Van Aap tot Zet zitten vol verrassingen. Het zijn ook zesentwintig avontuurlijke verhaaltjes. Over Bertus Bok, Gerda Geit, Nina Neushoorn, Tony Tijger, Victor Vleermuis en allerlei andere bijzondere of dwaze dieren. Ieder van hen is sprekend en ongeflatteerd geportretteerd door Jan Jutte. Een alfabet dat je meer dan vijfentwintig keer (voor)leest.

In de krant hebben ze er dit over geschreven:

Mensje van Keulen heeft zesentwintig kunstige, grappige dieren in elkaar gezet waar verweg nog wel iets dierlijks in doorklinkt, maar als lezer wordt je aandacht getrokken van het beest naar al die woorden waarin de sleutelletters voorkomen, en ben je benieuwd of het de schrijfster lukt om een enigszins kloppend rijmverhaal te verzinnen rond dat beest met die bepaalde beginletter. Een taalkunstje waar dieren vanwege hun mooie namen heel goed inpassen en waardoor ze zelfs een bizar eigen leventje op die ene pagina die ze toebedeeld krijgen, gaan leiden.
- Aukje Holtrop in Vrij Nederland

Knappe miniaturen, waarin heel overtuigend met letters en klanken wordt gegoocheld.
- De Gelderlander

Met Alfons Aap, Daan Dromedaris, Francina Fazant en Pollie Paard voert Mensje van Keulen, ondersteund door de tekeningen van Jan Jutte, een vrolijke beestenboel ten tonele. In nonsensverzen van twintig regels, met twee extra aan het slot voor een soort pointe, probeert ze de letter die aan de beurt is zoveel mogelijk kansen te geven: 'Wijnand Walvis was de weg kwijt, arm warhoofdig waterdier'. Tegelijkertijd weet ze in haar inventief poëtisch knutselwerk ritme en beweging te behouden, zodat de grappige verzen goed 'bekken'.
- Bregje Boonstra in Oorspronkelijke Nederlandse ABC-boeken in de twintigste eeuw

Twee versjes uit de bundel Van Aap tot Zet:


Tony Tijger

Tony Tijger had zo'n tandpijn,
tranen rolden langs zijn toet.
Tonia, zijn tweelingzus, zei:
'Tony, weet je wat jij doet?
Nu meteen naar tandarts Tekkel,
anders is het straks te laat.
Want dan klettert je gebitje
tand voor tand totaal op straat!'
Toen zat Tony niet veel later
trillend in de tandartsstoel.
'Tjonge,' zuchtte tandarts Tekkel.
'Tja, dat geeft een rotgevoel.
Maar jij snoepte te veel toffees,
dus voor straf krijg jij geen spuit.'
En hij trok plots, met twee poten
om de tang, de tand eruit...!
'Auwauw! 'jankte Tony Tijger,
'treiterige tandentrekker!
Maar ik heb zat tanden over

En toen heeft Tony, moet je weten,
met trek de tandarts opgevreten.

Bertus Bok

Bertus Bok was best bijzonder
want hij was beslist nooit bang.
Niet voor brand of donkere bossen
of zijn bed of het behang.
Voor geen boef en geen bedrieger
en niet één bloeddorstig beest
is die beresterke Bertus
ooit aan 't bibberen geweest.
Op een dag, toen Bertus boven
breeduit in de badkuip lag
en zich met de borstel boende,
ging de bel. En Bertus dacht:
't Zal de buur zijn om een biertje
of om boter, bloem of brood,'
en hij sloeg zijn blauwe badjas
om zijn bruine, bonte bloot.
Maar het bleek een biezen mandje
met een brief: 'Ik ben op reis.
Pas jij braaf op kleine Bartje?
Bye bye, tante Beatrijs.'

Daar beeft de bok zijn bokkenpoot:
voor baby's is hij als de dood.